Sinds 1 januari 2018 is de premiekorting vervangen voor het Loonkostenvoordeel (LKV). Werkgevers kunnen gebruik maken van een tegemoetkoming in de loonkosten voor mensen met een arbeidsbeperking of voor oudere werknemers. De nieuwe regeling is onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein.
Daarnaast is er voor werkgevers een loonkostenvoordeel die werknemers herplaatsen in een nieuwe of aangepaste functie als de werknemers arbeidsongeschikt zijn geworden.
Om in aanmerking te komen heb je een doelgroep verklaring nodig om dit loonkostenvoordeel te kunnen krijgen. Deze doelgroep verklaring vraag je binnen 3 maanden aan bij het UWV nadat je in dienst kwam.
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag loon. Hierdoor dalen de loonkosten voor de werkgever. De kans op werk voor deze werknemers neemt dan toe. Het recht op en de hoogte van het LIV wordt vastgesteld in het jaar na het kalenderjaar waarover het LIV wordt berekend.
Het minimumjeugdloon is per 1 juli 2017 flink verhoogd. Daardoor heb je als werkgever meer kosten om werknemers van 18 tot en met 20 jaar in dienst te hebben of te nemen. Met het jeugd-LIV kun je hiervoor een jaarlijkse tegemoetkoming krijgen.
Het recht op en de hoogte van het jeugd-LIV wordt vastgesteld in het jaar na het kalenderjaar waarover het jeugd-LIV wordt berekend.
Voor de voorwaarden en bedragen verwijzen we u naar het handboek loonheffingen hoofdstuk 27.