Rijden je werknemers in een auto van de zaak? Dan krijg je waarschijnlijk te maken met bijtelling. Maar wat zijn nu eigenlijk de regels?
Geen bijtelling
Als een werknemer er voor kiest om niet privé te gaan rijden met de auto van de zaak, moet hij zich aan een paar spelregels houden. Zo moet de werknemer bij de Belastingdienst een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen. Zo’n verklaring betekent dat je maximaal 500 kilometer per kalenderjaar privé mag rijden met de auto. Dit is naar evenredigheid over het jaar gezien. Rijd je bijvoorbeeld de auto vanaf 1 juli dan mag je dat jaar dus nog maar 250 kilometer privé rijden. Je dient hiervoor een sluitende kilometeradministratie bij te houden die ook overlegd kan worden bij een eventuele controle.
Wel bijtelling
Vraagt een werknemer de ‘Verklaring geen privégebruik auto’ niet aan en gaat hij met de auto van de zaak ook (meer dan 500 kilometer) privé rijden? Dan krijg je te maken met de fiscale bijtelling op het loon.
Voor auto’s met een datum eerste toelating na 1 januari 2017 bestaan nog maar twee bijtellingspercentages, namelijk:
- 4% voor respectievelijk volledig elektrische auto’s
- 22% voor auto’s met CO2-uitstoot.
De bijtellingspercentages voor de komende jaren:
CO2-Uitsttoot |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
0 gram/km tot max cat.waarde |
8% |
12% |
16% |
16% |
16% |
17% |
22% |
> 0 gram/km boven max cat. waarde |
22% |
22% |
22% |
22% |
22% |
22% |
22% |
Max cat.waarde |
€ 45.000 |
€ 40.000 |
€ 35.000 |
€ 30.000 |
€ 30.000 |
€ 30.000 |
€ 30.000 |
* Voor waterstofauto’s en zonnecelauto’s geldt het volledige verlaagde percentage
In de periode voorafgaand aan 2017 zijn de percentages meerdere malen veranderd. Zo waren de bijtellingspercentages voor auto’s met een kenteken tenaamgesteld in 2016 nog onderverdeeld in vier categorieën en in 2015 in vijf categorieën. De bijtelling voor de auto van de zaak was toen afhankelijk van de percentages die golden in het jaar van tenaamstelling.
Vanaf 2017 is de datum 1e toelating bepalend, daarvoor was dat de datum 1e tenaamstelling.
Youngtimers
We hebben nog een categorie bijtelling. De zogenoemde Youngtimers. De bijtelling bedraagt 35%. Dit zijn auto's die tussen de 15 en 25 jaar oud zijn. Dit is weliswaar een hoger percentage bijtelling, maar omdat de bijtelling over de dagwaarde wordt berekend in plaats van de cataloguswaarde valt het maandbedrag een stuk lager uit.
60-maandentermijn
Sinds enige tijd is de 60-maandentermijn van toepassing. Dit houdt in dat er bij een auto met een 1e tenaamstelling vóór 2017 60 maanden lang hetzelfde bijtellingspercentage mag worden gehanteerd. Na die 60 maanden moet de bijtelling opnieuw worden vastgesteld. Zowel werkgevers als medewerkers met een auto van de zaak zijn zich hier vaak niet van bewust!
De exacte datum waarop je bijtelling verandert, is 60 maanden na de Datum 1e tenaamstelling van de auto. Omdat de wijziging niet midden in de maand hoeft plaats te vinden, mag de wijziging ingaan op de eerste dag van de volgende maand. Alleen als de Datum 1e tenaamstelling exact op de 1e van de maand was, dan gaat de wijziging per de 1e van die maand in.
Voorbeeld:
Je hebt een auto met een 1e tenaamstelling op 1 oktober 2016. Je hebt een bijtelling van 21% tot 1 oktober 2021. Vanaf 1 oktober 2021 heb je geen recht meer op de bijtelling van 21%. Je betaalt vanaf 1 oktober 2021 25% bijtelling voor je auto
Fiscale waarde
Er worden nog wel eens denkfouten gemaakt in het bepalen van de fiscale waarde van een auto. Zo staan deze waardes vaak ook op de voorlopige offertes van de leasemaatschappij vermeld. Vaak wordt ook de aanschafwaarde die op de factuur wordt vermeld gehanteerd. Denk hierbij aan tweede hands auto’s of nieuwe auto’s waar een korting wordt gegeven.
De waarde wordt bepaald op het moment dat de auto op kenteken is gezet: de 1e tenaamstelling. De Belastingdienst verwijst op hun site naar de site van de RDW. De waarde van de auto is de oorspronkelijke cataloguswaarde inclusief btw en bpm, en inclusief de accessoires die door of namens de fabrikant of de importeur zijn aangebracht vóór het toekennen van het kenteken aan de auto.
Ga dus niet zomaar uit van de factuur of de offerte van de leasemaatschappij. Maar controleer op de site van de RDW de fiscale waarde en welk percentage bijtelling op deze auto van toepassing is.
€300 Eindheffingsregeling voor bestelauto’s
Onder bepaalde voorwaarden kun je de bijtelling voor het privégebruik van de bestelauto afkopen. Dat betekent dat je als werkgever €300 euro eindheffing per bestelauto per jaar betaalt.
Om deze eindheffingsregeling te mogen toepassen, moet sprake zijn van een bestelauto die in verband met de aard van het werk doorlopend afwisselend gebruikt wordt door twee of meer werknemers. Hierdoor is het niet exact vast te stellen of en aan wie de bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld.
Keuzemoment van geen bijtelling naar wel bijtelling of vice versa
In principe maak je één keer per kalenderjaar de keuze of je de auto van de zaak wel of niet privé gaat rijden. Wil je die keuze midden in het jaar toch veranderen, dan heeft dit nadelige financiële gevolgen.
Bijvoorbeeld:
Je hebt in januari gekozen voor niet privé rijden (en dus geen bijtelling). In juli van dat jaar krijg je een auto die goedkoper is in de bijtelling. Je wilt daarom vanaf juli met die nieuwe auto wel privé gaan rijden. Dit betekent dus bijtelling vanaf juli. Maar let op: over alle voorgaande maanden tot en met januari moet dan alsnog (met terugwerkende kracht) de bijtelling worden betaald! Ook al heb je toen dus niet privé gereden.
Andersom geldt in feite hetzelfde principe: Wil je halverwege het jaar niet meer privé rijden, omdat je een nieuwe auto krijgt met een hogere bijtelling? Dan moet je alsnog tot en met het einde van het kalenderjaar de bijtelling voor de nieuwe auto betalen. Dus kun je de rest van het beter privé blijven rijden met de nieuwe auto. En vanaf het volgende kalenderjaar de ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen.
Twee auto's van de zaak op naam
Wanneer je meerdere auto's tegelijkertijd ter beschikking stelt aan je werknemer of een DGA, geldt de bijtelling voor de auto('s) waarmee de werknemer op kalenderjaarbasis meer dan 500 privé rijdt. Daarnaast moet je rekening houden met het aantal rijbewijzen binnen het gezin. Is je werknemer alleenstaand of is er binnen het gezin maar 1 persoon met een rijbewijs? Dan hoef je maar voor 1 auto bij te tellen. Zijn er 2 rijbewijzen binnen het gezin dan tel je voor 2 auto’s bij. Zijn er meer rijbewijzen binnen het gezin, dan tel je voor evenveel auto’s bij als er rijbewijzen zijn.
Per 2022 houd je rekening met de auto('s) met de hoogste bijtelling.
Heeft de werknemer meerdere auto's van de zaak, maar hoef je niet voor alle auto's bij te tellen? Tot en met 2021 tel je dan bij voor de auto('s) met de hoogste cataloguswaarde. Dit gaat veranderen. Per 1 januari 2022 tel je bij voor de auto('s) met de hoogste bijtelling.
Aandachtspunt:
Het gebeurt nog wel eens dat een auto wordt opgevoerd en er meteen een einddatum wordt meegegeven. In BCS Online zijn er 2 velden, namelijk Einddatum en Einddatum lease contract. Deze worden nog wel eens verwisseld waardoor een auto dan automatisch stopt. Als een leasecontract dan wordt verlengd zal de auto niet meer op de strook verschijnen.
Alle huidige regels voor de auto van de zaak vind je terug in het Handboek Loonheffingen 2022 vanaf Hoofdstuk 23.3. Klik hier.